
Iedere religie kent zijn gekken en donkere momenten

Wederzijdse onverdraagzaamheid is een groot gevaar

Geloof kan ook mooi zijn
Dat terwijl geloof ook mooi kan zijn. Daarbij wil ik geen exclusieven stellen. Ik pleit hier net voor verdraagzaamheid, voor hen die anders zijn. Ik wil niet de gelovige zijn die zegt “mijn kerk, de enige kerk”. Zoals ieder geloof zijn gekken kent, heeft ook ieder geloof zijn mooie kanten, op voorwaarde dat ze gebouwd wordt op (naasten)liefde en verdraagzaamheid. Ik ga zelf geen theologische discussie aan of bepaalde religies nu wel of niet op die principes gebouwd zijn. Er wordt op die manier alleen maar onverdraagzaamheid en haat aangewakkerd. Overal vind je goede en slechte mensen. Je hoeft niet gelovig te zijn om goed te zijn. Of slecht te zijn, trouwens. In de 43 jaar dat ik hier op aarde ben, heb ik ruim de helft van mijn leven ongelovig doorgebracht. Daarna een heel stuk min of meer gelovig en de laatste zes jaar overtuigd gelovig. Ik heb dus de pretentie om mezelf enigszins ervaringsdeskundige te noemen op dit gebied, net omdat ik ervaringen hebben langs alle kanten van het spectrum. Dat zorgt er voor dat ik een enorme tolerantie heb voor alle standpunten, want ik heb inzicht en begrip over waar ze voor staan. Net daarom kan ik niet nalaten om op zulke tweets te reageren. Ja, ik begrijp waarom iemand dat schrijft. Uit onbegrip, uit onbekend is onbemind, uit schrik… Op zulke momenten reageer ik, in de hoop begrip te kweken. Om het zwart/wit denken te gaan nuanceren met een veelvoud van vijftig tinten grijs. Vaak vanuit persoonlijke getuigenissen, zoals deze tekst. Net omdat ik in het spectrum van atheïst naar gelovige ben gegaan, zie ik het verschil in mijn leven. Ik kan enkel maar verklaren dat ik door mijn geloof een beter mens ben geworden. Dat ik gelukkiger ben geworden, meer in vrede met mezelf en met de wereld rondom mij, zelfs al is die wereld beangstigend, vaak onder andere door mensen die ook gelovig zijn, op hun manier, die soms ontspoort. Mijn manier van geloven leert me te focussen op het goede. Het onderwijst me om niet te willen toegeven aan het kwade. Het leert me dat ik de vrije keuze heb om naar de dingen te kijken zoals ik wil. Ik kan beelden bekijken en getuigenissen horen van mensen die de aanslag in Brussels Airport van veel te dichtbij hebben meegemaakt. Het is dan mijn keuze of ik focus op die islamitische gekken met hun springtuigen en woede en angst mij laat verteren, of dat ik eerder vertederend kijk naar het beeld van die islamitische vrouw die nog geen minuut na de ontploffingen naar één van de slachtoffers toeloopt en de ganse tijd zijn hand vast houdt om hem te laten voelen dat hij niet alleen is.Dood aan alle pianospelers
We mogen het kind niet met het badwater weggooien. Als geloof al tot één ding in staat is, dan is het net het feit dat het er voor zorgt dat de ware ik naar boven komt. Bij vele mensen zal dat iets zuiver en goed zijn, bij anderen zal dat iets verwrongen en slecht zijn. Als religie al één ding is, dan is het een spiegel van wie we echt zijn. Ligt daarin misschien de vrees van hen die niet geloven, vraag ik me dikwijls af. Hebben ze schrik om in die spiegel te zien en zichzelf te ontdekken? Is dat de oorzaak van de onverdraagzaamheid waarover ik het had? Een onverdraagzaamheid die zich niet enkel onder gelovigen verspreidt, maar soms nog veel harder onder de ongelovigen. Er zijn recent enkele mooie artikels verschenen die ik warm aanbeveel. Neem bijvoorbeeld deze uit Trouw.nl, waar ik volgend mooi stukje uit citeer:Heerlijk stuk om over na te denken. Dood aan alle pianospelers! Gelukkig is het humor en ik hoop dat de glimlach een aanleiding kan zijn tot dieper nadenken waarom atheïsten net zo bekeringsgedreven kunnen zijn als religieuze zendelingen… Als ik hier al een pleidooi wil houden, is het er één voor meer verdraagzaamheid. Om te aanvaarden dat geloof ook mooi kan zijn. Een uitdaging om minstens even de bril van de gelovige op te zetten en te zien wat hij of zij ziet. Een uitnodiging om misschien zelf even een glimp van God te zien door die bril, wie weet?Een van de grote raadselen is waarom zoveel fervente atheïsten lijden aan een zendingsdrift, die ze bij christenen niet pruimen: de ijver waarmee het atheïstisch dogma wordt verspreid onder de mensen en de volkeren, die grimmige boodschap van letterlijk Niets: er is Niets, er mag Niets en er zal Niets zijn. Adembenemend.
Het is één ding niet in een god te (kunnen) geloven. Zo zijn er ook genoeg mensen die geen piano (kunnen) spelen. Maar het wordt potsierlijk als dit gebrek meteen wordt omgetoverd tot een deugd, wat heet, een openbaring.
Iedereen die piano speelt is stapelgek, en allen die tijd stoppen in het zich bekwamen in die kunst verdoen hun tijd. Pas wanneer er niemand meer piano speelt, zul je eens zien hoe goed en weldadig het eraan toe zal gaan. Alle pianisten de wereld uit, benevens de pianostemmers en -bouwers.

Ontdek meer van GeensZins
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.