Van zielen en siliconen: Ethiek en geloof in de wereld van AI

PIN

Onlangs had ik een boeiende discussie met filosoof en wetenschapper Gerard Bodifee en zijn vrouw Lucette Verboven over ethiek en artificiële intelligentie (AI). Onze gesprekken brachten een aantal intrigerende kwesties aan het licht, die ik graag wil delen.

AI en ethiek: een nieuw tijdperk

Artificiële intelligentie staat op het punt een doorbraak te maken waarbij het op sommige vlakken beter zal presteren dan de mens. Dit betekent dat AI-systemen, zoals zelfrijdende auto’s, in staat zullen zijn om minder ongelukken te veroorzaken per miljoen gereden kilometers dan menselijke bestuurders. Echter, de foutenmarge zal nooit nul zijn. Dit roept een belangrijke ethische vraag op: waarom hebben we het zo moeilijk met het idee dat zelfrijdende auto’s, ondanks hun superieure prestaties, toch ongelukken zullen veroorzaken?

Het menselijke aspect van fouten

Uit mijn gesprekken met Bodifee bleek dat er een fundamenteel menselijk aspect meespeelt. Wanneer een mens een fout maakt, kunnen we die persoon haten of vergeven. Deze emotionele reacties zijn diep geworteld in onze interacties met andere mensen. Maar wanneer een fout wordt gemaakt door een zieloos AI-systeem, ontbreekt deze mogelijkheid tot vergeving of haat. Dit maakt het voor ons moeilijker om zulke fouten te accepteren.

Het lijkt erop dat een groot deel van de ethische discussie rondom AI gaat over hoe wij als mensen reageren op fouten. Kunnen we dezelfde emotionele ruimte vinden voor vergeving bij technologie, zoals we dat kunnen bij mensen? Dit is een fascinerend vraagstuk dat ons dwingt om na te denken over onze eigen gedragingen en ethische standaarden.

Ethiek en geloof: onlosmakelijk verbonden

Deze discussie heeft me ook aan het denken gezet over hoe nauw ethiek verweven is met geloof. Iemand kunnen vergeven of ervoor kiezen om iemand te blijven haten, is een fundamentele keuze die we hebben leren maken en onderscheiden dankzij het voorbeeld van Jezus Christus. Daarom denk ik ook dat het niet toevallig is dat we in deze discussie over ethiek dat raakvlak met geloof terugvinden.

Voor mij is dit het zoveelste bewijs dat geloof echt deel uitmaakt van wie we zijn, van onze identiteit. Wanneer we over ethische vraagstukken nadenken, grijpen we automatisch, soms zonder het te beseffen of te willen, terug naar diep gelovige kwesties waarop we in het christendom antwoorden vinden.

Het goddelijke pad van creatie

Met het creëren van AI betreden we duidelijk een pad waarbij we zelf in staat zullen zijn, of misschien zullen zijn, om intelligentie te creëren. We beginnen ons langzaam te bewegen op een goddelijk pad waarin wij andere intelligente wezens kunnen creëren. De vraag is dan ook hoeveel we moeten leren uit ons geloof om de ethiek te bepalen omtrent de paden die we verder gaan in het ontwikkelen van AI.

Kunnen we veel leren uit de voorbeelden die geloof ons biedt over hoe wij moeten omgaan met de intelligentie die we creëren? Het biedt verdere inzichten en vraagstukken over waar we grenzen zullen leggen: grenzen voor onszelf, grenzen die ons toelaten om in te grijpen op wat we creëren, maar ook vrijheden die we zullen geven aan de wezens die we zullen creëren.

En dan moeten we ons de vraag stellen: moeten wij misschien nadenken over het geven van de aanleg om religie te ontwikkelen aan de nieuwe intelligentie die we creëren? Dit zijn boeiende vraagstukken waar we zeker bij stil moeten staan.

Nadenken over onze toekomst

Ik ben benieuwd naar jullie gedachten en reacties op dit onderwerp. Hoe denken jullie over de ethische implicaties van fouten gemaakt door AI? En hoe zien jullie de rol van geloof in deze discussies? Hoe moeten we omgaan met de nieuwe intelligentie die we mogelijk zullen creëren?


Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder