De giving machines: de vreugde van geven en de strijd tegen achterdocht

PIN

De kerstperiode staat voor de deur, en dat betekent voor mij niet alleen een tijd van familie en bezinning, maar ook het moment waarop De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen haar ‘Light the World’-initiatief lanceert. Een cruciaal en voor mij inspirerend onderdeel daarvan zijn de Giving Machines.

Een simpel idee met een gigantische impact

Wat zijn deze Giving Machines, vraag je je misschien af? Stel je de klassieke, felrode snoepautomaat voor, maar in plaats van chocolade of chips te kopen, doneer je aan goede doelen. Met een simpele veeg van je bankkaart kun je een kip, sportuitrusting, hygiëneproducten, of zelfs vaccinaties voor kinderen kopen. Het is een briljante, tastbare manier om de geboorte van Jezus Christus te vieren door anderen te dienen.

De machines zijn een enorm succes. Sinds 2017 is er via dit initiatief bijna $50 miljoen gedoneerd. Die donaties worden omgezet in tastbare hulp. Om je een idee te geven van de schaal: in 2024 werden er 2 miljoen maaltijden verstrekt, werden 500.000 kinderen gevaccineerd tegen polio en de mazelen, en kregen 125.000 vluchtelingen noodvoedselpakketten. Dat is geven op z’n best, zonder de rompslomp van een traditionele collecte.

Een wereldwijd record

Dit jaar (2025) breiden de Giving Machines zich voor het negende jaar op rij uit. De grote rode automaten zijn te vinden op meer dan 126 locaties in 21 verschillende landen. Dat is een absoluut record! Voor het eerst gaan ze zelfs naar Zuid-Amerika. Er zijn negen nieuwe landen toegevoegd, waaronder Argentinië, Brazilië, Chili, El Salvador, Italië, Japan, Spanje en Thailand.

Van de Verenigde Staten (met locaties in steden als New York City en Salt Lake City) tot Australië (Adelaide, Melbourne, Sydney) en Europa (Barcelona, Birmingham, Londen, Rome, Wenen), de machines zijn overal. De schaal van de operatie toont de kracht van een simpele, positieve boodschap.

De harde realiteit van achterdocht

Dit brengt me bij een persoonlijke, en jammer genoeg, minder rooskleurige ervaring. Een paar jaar geleden heb ik, toen ik nationaal directeur voor communicatie van de kerk was, geprobeerd een Giving Machine naar ons eigen land te halen. Als ik zag wat voor goed de machines in andere landen deden, dacht ik: dit moeten we hier ook hebben. Dit is pure, onbaatzuchtige liefdadigheid.

Mijn zoektocht naar een geschikte, publieke plek stuitte echter op een muur. Geen enkele lokale overheid was bereid om publieke ruimte ter beschikking te stellen voor de automaat, en dit had, naar mijn stellige overtuiging, te maken met de afkomst van het initiatief: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

Zelfs toen ik overschakelde op private ruimtes — commerciële centra waar dagelijks duizenden mensen passeren — kreeg ik nul op het rekest. De angst voor ‘reputatieschade’ of, vreemd genoeg, ‘vandalisme’ bleek te groot.

Een idioot wantrouwen

Het is werkelijk idioot. Hier is een initiatief dat miljoenen ophaalt voor de meest essentiële noden, en toch stuit het in sommige delen van de wereld op wantrouwen. Waarom? Omdat er ‘Kerk’ op staat.

Kijk naar andere initiatieven die het publiek een hart onder de riem steken, zoals het ‘Glazen Huis’ of andere goede doelen. Die krijgen brede, onvoorwaardelijke steun van overheden, media en bedrijven. En terecht! Maar zodra het om een initiatief van onze kerk gaat, verschijnt er bij sommige mensen een rookgordijn van achterdocht. Men is bang. Bang voor geloof, bang voor een organisatie die men niet (goed) kent, en bang voor wat de buren zullen denken.

Ik weet maar al te goed dat elke organisatie z’n publieke perceptie zorgvuldig bewaakt. Maar als pure liefdadigheid wordt geweigerd uit angst voor een organisatie die enkel probeert te helpen, dan is er iets fundamenteel mis met de publieke dialoog over geloof.

Zichtbaarheid als medicijn

Mijn conclusie is dat we als leden van onze kerk, en misschien wel als gelovigen in het algemeen, meer zichtbaar moeten zijn in het publieke leven.

Als ik lees over de successen van de Giving Machines in al die honderden steden, dan zijn die succesvol dankzij de lokale leden die zich inzetten, partners zoeken, en hun gezicht laten zien. De Giving Machines zijn geen anonieme actie; ze zijn een verlengstuk van wat wij geloven en wat wij doen: zorgen voor onze naaste.

Misschien moeten we de wantrouwige overheid, de bezorgde eigenaar van het winkelcentrum, en de sceptische burger tonen wie we zijn. We vertellen ander over ons geloof we zijn altijd zendeling, en ja, we zijn lid van een geloofsgemeenschap. Maar bovenal zijn we gewoon mensen die geloven in naastenliefde en die, net als iedereen, hun steentje willen bijdragen.

De Giving Machines zijn het bewijs dat we niets anders nastreven dan mensen helpen. Hopelijk, in de nabije toekomst, kunnen we dit simpele en krachtige bewijs ook dichter bij huis tentoonstellen. Want de vreugde van geven zou geen grenzen of vooroordelen mogen kennen.


Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.