Waarom ontberingen goed zijn

PIN

Een vraag die ik als christen vaak krijg is in de aard van “Hoe kan je geloven in een goede God als er zoveel ellende is in de wereld?”. Ik geef toe, dat is geen makkelijke vraag. Het heeft voor mezelf geduurd tot ik de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen leerde kennen en over het Heilsplan leerde, dat ik er meer van begreep.

Het Heilsplan, kort samengevat, is waarom we hier op aarde zijn. We zijn allemaal geesteskinderen van onze Hemelse Ouders en we leefden bij hen tot het tijd werd om zelf ervaring op te doen met vrije keuze tussen goed en kwaad. Dus moest er een wereld zijn met goed en kwaad, een wereld met tegenstellingen. Als het hier nog steeds de Hof van Eden zou zijn, dan viel er niet veel te leren. Als Heiligen der Laatste Dagen aanvaarden we dus dat we pijn, tegenslagen en ellende in het leven tegenkomen niet omdat God ons die op ons pad stuurt (maar evenmin wegneemt), om uit te leren en te groeien.

Een saaie comfortzone

Als ik dat principe uitleg vanuit mijn geloof, hoor ik menig pffff en zie ik draaien met de ogen. “Zo is het makkelijk uitgelegd,” zal er wel iemand zeggen. Ja, moet het moeilijk zijn om te geloven? Zijn makkelijke dingen niet sneller te begrijpen en te geloven? Als ik echter spreek voor een zaal ondernemers en ik moet uitleggen hoe een ondernemer succes bereikt, krijg ik altijd applaus en waardering voor mijn principe “een tegenslag wordt pas een mislukking, als je er niets uit leert”. Meestal sleur ik er nog het cliché “er is geen groei in je comfortzone en geen comfort in je groeizone” bij en iedereen knikt enthousiast en begrijpt dat echt succes komt uit volharding en crisis na crisis aan te pakken.

Raar toch dat hetzelfde principe in de ene context wordt weggelachen en dat men een toegangsticket betaalt om hetzelfde te horen in een andere context. Of ik nu echter als christen voor een kerkgemeenschap sta dan als ondernemer voor een zakenpubliek, ik ben wie ik ben en ik draag dit principe in alles uit. Ik geef toe dat als ik jongeren in de kerk vertel dat wat we hen daar leren ook in het echte leven tot succes leidt, ik ook op, raar maar waar, ongeloof stoot en een extra woordje uitleg moet geven.

Wie mij kent, weet dat ik van wetenschap hou en er stiekem van hou om aan te zetten tot reflectie over het idee wat wetenschap en geloof elkaar versterken. Mag ik dat nu ook weer even doen? Ik gebruik deze keer het boek De dopamine factor van auteur Anna Lembke. Anna Lembke is psychiater en leidt aan Stanford een programma dat onderzoek doet naar de neurowetenschap van verslaving. Haar expertise behelst onder meer expert de opioïde-epidemie in de VS en ze was te zien in de Netflix-documentaire The social dilemma.

Waarom ons brein verslaafd wil zijn

De ondertitel van het boekt zegt veel: “Waarom ons brein verslaafd wil zijn?”. Lembkes uitleg baseert zich niet enkel op psychologie, maar ook op neurologische feiten. In ons brein liggen het genots- en pijncentrum net naast elkaar en dat is geen toeval. Als we honger lijden, worden we gemotiveerd om voor eten te zorgen. Lekker eten zorgt dan voor een dopamine-shot en doet ons genotscentrum oplichten. Zo ontstaat er motivatie om telkens opnieuw de ellende aan te pakken en om te zetten in een prettige ervaring.

Ik wil niet veel meer uit het boek verklappen, maar het legt volgens haar uit waarom er zoveel mensen verslaafd geraken aan stimuli allerhande in deze wereld van overvloed. En dan bedoelt ze niet alleen drugs. Dat kan evengoed porno zijn of sociale media. Het is tegelijk een verklaring waarom we ondanks de overvloed in het westen, we massaal ongelukkig zijn, constant campagnes voeren voor beter mentaal welzijn en anti-depressiva slikken. We laten geen ongeluk meer toe in ons leven, is kort samengevat haar conclusie.

Het nut van lijden

Lembke benadert het anders dan wat ik hier nu stel, hoewel ze tussen de lijnen de vraag als een feit vaststelt: waarom kunnen wij niet meer met ongeluk omgaan? Alle vormen van ongemak moeten weggewerkt worden. Therapeuten, pillen, drugs, hele industrieën (reken daar bv de makers van die heerlijke chips maar bij) draaien op het feit dat ieder ongemak moet weggewerkt worden. Lembke stelt dat het nodig is om aan die binding te werken om ons brein weer in evenwicht te krijgen.

Ik voeg daar aan toe dat het net daarom nodig is dat we begrijpen dat ellende een betekenis heeft. Lembke bewijst mijn inziens dat als God een wereld had geschapen waarin niks verkeerd zou gaan, we eigenlijk niet gelukkig zouden zijn. De betweter-ongelovige mag op dit punt zeggen “dan had God ook ons brein maar beter moeten ontwerpen”. Dan kan ik antwoorden “ah, ik heb u meteen al bekeerd want u gelooft nu in het creationisme en verwerpt Darwin”. Tja, het één impliceert het ander, nietwaar?

Als ik Lemkes uitleg volg, dan ben ik het met haar eens en is het inderdaad geen toeval dat er in Westerse landen veel depressies en zelfmoorden zijn, terwijl er zoveel overvloed is. Volgens mij is er een correlatie te zien tussen dat ongeluk en de secularisatie. Ik ga niet zo ver om te zeggen dat de secularisatie de schuldige van de depressiegolf is of dat meer geloof in Christus voor iedereen de redding zou zijn. Ik ga wel zo ver om te zeggen dat het volgen van het evangelie van Christus enorm veel kan bijdragen.

Niet dat de depressie verdwijnt na je doop of dat het Avondmaal het vervangmiddel is voor je angstremmer. Wie dat uit mijn betoog haalt, moet eens terug naar het begin. Bekering in Christus is geen verzekering tegen ongeluk. Het geeft er wel een plaats aan en opvallend is dat wie aan tegenslag in zijn leven een plaats kan geven, er wel beter mee kan omgaan. Dus waar Lembke zegt dat we ellende terug een plek in het leven moeten geven, zeg ik dat geloof in het Heilsplan dat makkelijker kan maken. Voor meer info moet u maar eens op een zondag in één van onze kerken langskomen: gratis toegang voor iedereen.


Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.